En zo kwam de dag van onze laatste USA vakantie. We hadden nog een lange bucket list van plekken om te bezoeken, met o.a. de Vermont - Maine - Canada loop, maar die kunnen we nog relatief pijnloos (qua jetlag) ook vanuit Europa nog uitvoeren. West is echter 5 uur verder vliegen, en 3 uur extra tijdsverschil. Dus, we switchen ons plan en boekten een USairways vlucht naar Las Vegas (Nevada) en een Camper om een rondje National Parks te doen. DARF in the West, here we go.
Als volleerd frequent travellers worden de koffers geladen op de automatische piloot. De weersverwachtingen zijn een-richtingsverkeer: heet en droog. Las Vegas ligt in het midden van de woestijn, en klokt elke dag steady 42 graden. De parken liggen er als het ware omheen, maar veel hoger hetgeen zorgt voor een aangename koele wind. We halen de Camper op, doen boodschappen bij de Walmart en zijn vertrokken. Onwennig, dat wel. Want een dergelijke bus van bijna 8 meter lang stuurt toch hel anders. Het rijcomfort valt wat tegen, het interieur rammelt, piept en kraakt, terwijl bestek, borden en bekers bij elke hobbel tegen elkaar aan klosten. Als dan ook nog het dakluikje (1 van de 3) spontaan openwaait en niet meer dicht te houden is waardoor de airco de bus niet koel krijgt is er bij 42 graden al wat stress bij DARF. Na 3 uur draaien we echter de camping in Zion National Park (NP) op, inmiddels in de staat Utah. De rit bracht ons van de woestijn in de bergen, die rood en hoog zijn. De meisjes hebben zich keurig gedragen en gaan meteen buiten spelen, ondanks het tijdsverschil, hetgeen in Utah 1 uur kleiner is geworden. We koken zelfs en kunnen natuurlijk buiten eten, aan de picknick tafel die elke kampeerplek ter beschikking heeft. De bedjes worden gemaakt, (er zijn 6 slaapplekken), gewassen (er is een douche) en weldra sliepen de meiden en ook papa en mama maken het niet laat. De volgende ochtend gaan we Zion NP verkennen, dat op 1100m hoogte ligt. Zion klinkt bijbels en is ook religieus afgeleid. In 1858 settelden de Mormonen zich in Utah, onder andere in deze omgeving. De naam werd in 1919 aan het park gegeven als een plek van Rust en Veiligheid. Met een busje wordt je het park ingereden terwijl er over de speaker een gids vertelt over wat we allemaal zien en kunnen zien. De bergen zijn een gevolg van de opwaartse beweging die het Coloradoplateau 13 miljoen jaar geleden doorstond. Veel Fransen, Italianen en Nederlanders om ons heen in het busje. Grappig dat onze kindjes de gids letterlijk volgen en als Roos daar (natuurlijk) vragen over stelt, en hardop bordjes begint voor te lezen (your driver is Dan he pap dat is dezelfde naam als jij!) dan zorgt dat voor wat verwarde blikken van onze landgenoten. We kiezen een gemakkelijke route langs de rivier die een goed beeld geeft van de immense schaal van de rotsen in deze vallei. Roos is een echte loper, maar Fien is van een andere categorie en moeten we toch echt motiveren om (door) te lopen. Onderweg zien we herten, veel soorten eekhoorns en vogels. Rond de middag rijden we verder naar Bryce Canyon NP, 2 uur verderop. De rit is fantastisch. Het landschap is betoverend mooi en verandert elke 5 minuten. We kijken onze ogen uit. We arriveren in Bryce Canyon op een echte cowboy camping aan de rand van het park. We zitten inmiddels aanzienlijk hoger dan Zion, rond 2600m en dat voel je aan de temperatuur. Als de zon schijnt is het heerlijk, maar als er een wolkje is dan is dat zwembad(je) op de camping steenkoud! We slapen heerlijk. De volgende ochtend gaan we vroeg op pad om het park te verkennen. We rijden met onze camper het park in en parkeren hem op Sunset point. Als we naar de rad lopen van de overlook worden we getroffen door de schoonheid. Een pallet van kleuren is uitgewaaierd over een amfitheater van zogenaamde hoodoos, allemaal rotsen die verweerd zijn door erosie van vorst, sneeuw, wind en regen zodat ze lijken op de zandkastelen die papa maakt. Beroemd ook om het feit dat het hier heel donker is 's nachts, geen lichtvervuiling dat het mogelijk maakt om 7500 sterren te zien met het blote oog terwijl er normaal hoogstens 2000 te zien zijn. We gaan een wandeling maken van ongeveer 3 mijl naar beneden en weer omhoog. Fien beloofd dapper mee te stappen. De wandeling gaat een paar uur duren dus we zijn benieuwd. Maar de route is betoverend en er is veel te zien. Je loopt tussen de hoodoos door en er zijn sommige poorten en holletjes waar de kinderen zich vermaken. Het laatste stuk is een steile klim van 183m hoogte waarbij we de nodige creativiteit uit de kast moesten halen om Fien dit te laten voltooien. Maar door een gesprek over sneeuwwitje te hebben werd ze voldoende afgeleid en liep ze de gehele 3 mijl zonder problemen. Ze is niet op haar achterhoofd gevallen, want de volgende dag refereerde ze aan deze truc - "je moet gewoon met me praten dan is het makkelijker om te lopen". Hum. Ok. Het ijsje was welverdiend en het zwembad ook. We blijven nog een nacht en breken dan op naar Capitol Reef. Weer een mooie tocht door een sterk varierend en uitgestrekt gebied. De bus maakt wat mijlen en het benzinegebruik is angstaanjagend, maar het hindert niet want het is vakantie. Alleen jammer dat er geen Exxon of Mobil tankstations zijn... Overigens zijn er ook geen supermarkten of 'strip malls' hier te vinden. Geen winkelketens, geen 1000in1dozijn formules, gewoon een winkel met de nodige spullen, de zogenaamde General Store's. Maar goed dat we slim hebben ingekocht. Capitol Reef is een plooi die 65 miljoen jaar geleden omhoog is gestuwd over een lengte van 100 mijl. Een fantastische muur en kleuren maken het landschap betoverend. Er staan ook nog wat verdwaalde witte koepelvormige bergen tussen waaraan het park zijn naam heeft te danken omdat die zoveel op het Capitool in ons Washington DC lijken. Dat vinden wij wel meevallen. Er woonden hier een handje vol mensen tot ongeveer 1940. Ze verbouwden zelf hun groenten en fruit. Er staan heel veel fruitbomen tussen de bergen en die zijn nu voor de bezoekers, pick your own fruit. Onder het genot van een appeltje kijken we naar prehistorische muurschilderingen die ontdekt zijn. En dan slaan we ons kamp op op een camping aan de rand van het park, met een prachtig uitzicht over de Reef. De zonsondergang is spectaculair, terwijl we marshmellows roosteren. Life is good.
Een lange reisdag voor de volgende dag. Een we die zich baant door het onherbergzame Glen Canyon en waar honderden kilometers niemand woont en niets leeft. Het is een lust voor het oog, maar ook wel lang zitten. Een afdaling via een gravel weg dat ons terug doet denken aan een tocht door de Andes in Argentinie brengt ons in Monument Valley. Een illustere naam voor een handvol gigantische stenen formaties in het midden van niets. Dit is het gebied van John Wayne, Clint Eastwood, Marlboro, muziek van Ennio Morricone, cowboy en indianenland. Letterlijk overigens, het is officieel Navajo Land. De indianen hebben een hachelijke tijd doorgemaakt met de kolonisten en de Spanjaarden. Verjaagd, vermoord, beschermd, gerehabiliteerd, en een stuk grond teruggeven waar ze hun eigen wetten hebben. We rijden het Navajo Tribal Park in waar de US park pas niet geldig is natuurlijk. Daar wacht ons het schouwspel van gigantische monolieten die daar gewoon staan temidden van het rode zand. Als je je ogen dichtknijpt zie je de Stagecoach tussen de Butte's (zo heten deze bergen) laveren. We eten in The View Hotel, waar Danny vorig jaar ook al was geweest als verkenner voor deze reis. Het uitzicht is fenomenaal. Onze camper wordt geparkeerd op de Golding's camping, een pionier die de schoonheid van deze vallei al in 1920 zag en er toertochten organiseerde toen de Navajos nog gewoon hun geiten hoedden. et museum geeft een prachtig beeld van deze illustere persoon. De meisjes raken onder de indruk van de indianen en hun verhalen. Ze mogen een dromenvanger kopen bij een stalletje van een Navajo die hen uitlegt wat dit eigenlijk doet. Het maakt veel indruk. Vanaf nu hangen de dromenvangers in de camper.
2 comments:
Zoals je het beschrijft,is het daar erg mooi. Heel avontuurlijk en het zal ook best wel indrukwekkend zijn .Vooral omdat jullie in gebieden komen waar Indianen geleefd hebben. Ook voor Roos en Fien heel leerzaam allemaal.Ik kijk uit naar de (zeker weten) mooie foto's. Fijne dagen. Gr Gertie
Prachtige foto's. Je zou bijna denken dat de paarden op een van de foto's er naderhand op zijn gezet. Ze lopen zo kort langs de weg. Het is zo mooi om al die dieren vrij in de natuur te zien. Het eekhoorntje lijkt net een stand beeldje, zo lief. En dan die kleuren van de rotsen en bergen waar ook nog eens die lange wegen tussendoor gaan. Mooi ook hoe het licht daar overal valt. Als het op de foto's al zo indrukwekkend is dan moet het in het echt nog veel indrukwekkender zijn.Geweldig toch om zo iets te mogen ervaren. Danny een compliment voor je foto's maar ook omdat je er zo mooi afgetraind uitziet (een tijdje terug vertelde je in de blog dat je goed aan '
t trainen bent). Dat is duidelijk te zien. Groetjes aan jullie allemaal en nog fijne dagen. Gertie
Post a Comment